De stelling van het derde debat luidde: “Journalistiek als professionele beroepsgroep moet veranderen naar een open praktijk”.
De voorzitter van deze week was Ludwine, de voorstanders waren Michelle en René en de tegenstanders waren Mariana, Roos en Max.
De eerste ronde:
Enkele argumenten voor deze stelling waren:
- Er hoeft geen tijd te worden besteed aan de afbakening tussen journalistiek en burger journalistiek
- We zijn al op weg naar een open praktijk en deze kan gewoon niet tegengehouden worden
- We kunnen onze tijd beter gebruiken aan het in goede banen brengen van deze ontwikkeling dan ons er tegen te verzetten.
Enkele argumenten tegen deze stelling waren:
- Burgerjournalistiek is nooit echt betrouwbaar
- Burgerjournalistiek kan nooit voldoen aan de richtlijnen van journalisten door bijvoorbeeld gebrek aan netwerken.
- Deze ontwikkeling zal zich vooral op internet uitten en niet iedereen heeft hier toegang tot.
- Mensen krijgen een overdosis aan informatie.
Hierna konden beide partijen op elkaar ingaan. Het debat bleef al snel haken op de definitie van een open praktijk. Want op de manier waarop de voorstanders het zagen hebben we in feite al een open praktijk. Volgens mij was de definitie van de tegenpartij dan ook beter want die ging er vanuit dat de burgerjournalistiek dus gelijk werd aan professionele journalistiek, terwijl de voorstanders het meer als een aanvulling zagen. Deze splitsing maakte de rest van het debat heel lastig te beoordelen op objectiviteit omdat ze allebei een andere richting op wilden met de betekenis van de stelling.
Naderhand werd het publiek ook nog in het debat gemengd wat zorgde voor nieuwe inzichten en argumenten. Het leek op een bepaald moment wel alsof het publiek betere inzichten had over de stelling dan de debaters zelf. Dit komt denk ik omdat deze zo erg in het debat zaten en vastliepen op de stelling dat ze niet meer het overzicht hadden van wat de stelling nu precies inhield. Het publiek vulde de stelling ook weer op een andere manier in waardoor dit er voor zorgde dat er nieuwe inzichten aan bod kwamen.
Er werden een aantal bronnen gebruikt in het debat, maar niet genoeg om een duidelijke winnaar aan te wijzen. Bij veel argumenten miste de warrant. Er werd veel geclaimd, maar er werd relatief weinig bewezen. Ik vond dat voorstanders wel iets overtuigender overkwamen, maar dit kwam vooral door de lichaamstaal en niet door wat er nu precies werd verteld. De argumenten van de tegenstanders (en vooral die van Roos) vond ik het beste, maar deze werden niet altijd heel overtuigend gebracht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten