Voor het laatste gastcollege was Stephan Okhuijsen de spreker waarbij het ging om privacy en surveillance. Okhuijsen is werkzaam bij Bits of Freedom, dat op omt voor je vrijheid en privacy op internet. Daarbij moesten we de tekst “ National ID-carts Crime-Control, Citizenship and Social Sorting” van David Lyon lezen.
Stephan Okhuijsen vertelde over al de gegevens die de staat van jou traceert en opslaat. Door de komst van internet geven veel mensen heel veel privĂ© informatie weg zonder te weten wat hier mee kan gebeuren. Er wordt vaak aangenomen dat de privacy van deze gegevens wordt gewaarborgd en niet wordt verspreid aan derden. Maar niet alleen de informatie die je ‘bewust’ achterlaat wordt opgeslagen, alles wat je doet wordt geregistreerd. Welke sites je bezoekt, wat je besteld, wat je reisgedrag is et cetera.Voordat ik verder ga zal ik het woord ‘privacy’ toelichten omdat het een prominente rol speelt in deze reflectie. Volgens van Dale is privacy ‘de mogelijkheid om in eigen omgeving helemaal zichzelf te zijn’1.
In de tekst van Lyon die vooral gaat over de nationale ID kaarten, komt naar voren dat de ID kaart een van de grootste ontwikkelingen is van de informatie systemen voor overheden wereldwijd. Ze zijn mede ontwikkeld voor het bestrijden van terrorisme. De ID kaart is afhankelijk van elektronische infrastructuren en vooral van het nationale register met de informatie.2 Bij het verzamelen van informatie voor de database is niet alleen de overheid betrokken, ook andere bedrijven zijn betrokken in de productie van deze ID kaarten. Daarnaast zijn de elektrische infrastructuren niet alleen bruikbaar binnen een land, maar zoeken ze ook naar een manier waardoor het internationaal gebruikt kan worden. Je gegevens zijn dus niet alleen binnen het land waar je woont beschikbaar maar ver daar buiten. Ook zijn ze op zoek naar informatie over lichamelijke kenmerken die worden toegevoegd aan je database. Hierbij zijn ook heel veel gegevens geregistreerd die eigenlijk helemaal niet van belang lijken te zijn voor het maken van een profiel.
Naast de veiligheid van dit systeem is ook de rol van de burger een discutabel punt. De burger heeft namelijk geen enkele invloed op zijn of haar dossier, maar is wel de eigenaar van het dossier. Daarbij kan het dossier niet eens ingekeken worden door de burger zelf, terwijl alle informatie die erin staat over hem of haar gaat.
Wat het elektronisch dossier onder andere doet is het vormen en opsporen van vaste patronen. Wat er hierdoor gebeurd is dat het systeem bijvoorbeeld een profiel van een probleemjongere heeft. Er is dus een persoon met bepaalde kenmerken die wordt bestempeld als probleemjongere. Hierna gaat het systeem op zoek naar andere profielen (dus informatie van andere burgers) die overeenkomsten heeft met dat ene profiel. Wat er dus gebeurd is dat er parallellen worden gezocht tussen verschillende profielen op basis van de verzamelde informatie. Iemand die veel overeenkomsten heeft met het profiel van de probleemjongere staat dus gelijk ‘op scherp’. Je wordt in de gaten gehouden door de overheid, terwijl je misschien nog nooit met justitie in aanraking bent geweest.
Als we nu teruggrijpen op de definitie van privacy, ‘de mogelijkheid om in eigen omgeving helemaal zichzelf te zijn’, zien we dat die privacy eigenlijk helemaal niet zo groot is als we vaak denken. Wanneer we weten dat we in de gaten gehouden worden en alles wordt opgeslagen wat we doen is het moeilijk om helemaal jezelf te zijn. Er hangen nu namelijk consequenties aan het gedrag.
Ook is er natuurlijk altijd de mogelijkheid tot uitlekken van deze persoonlijke informatie mogelijk waardoor iedereen de door de overheid verzamelde informatie potentieel kan lezen. Met oog op de privacy van burgers is dit systeem dus ook niet waterdicht.
Dus hoewel terrorisme een van de drijfveren was voor de ontwikkeling van dit systeem, is het nog helemaal niet duidelijk op welke manier deze kan bijdragen aan de veiligheid. Wat we wel weten is dat alles digitaal is opgeslagen en dat bij een lek in het systeem de persoonlijke informatie gewoon op straat ligt. Lyon schrijft dat het ID kaarten systeem wordt ontwikkeld terwijl de capaciteiten van de databases nog niet democratisch zijn. Daarnaast is het nog maar de vraag of het herkennen van patronen in profielen van mensen bijdraagt aan het opsporen van bijvoorbeeld misdadigers. Ook de rol van privacy is discutabel. We moeten dus veel inleveren voor dit systeem, of het vrijgeven van zoveel persoonlijke informatie het uiteindelijk waard is moet nog blijken in de toekomst.
1 ‘Van Dale’ http://www.vandale.nl/vandale/zoekService.do?selectedDictionary=nn&selectedDictionaryName=Nederlands&searchQuery=privacy, geraadpleegd 4-11-2010
2 D. Lyon, “ National ID-carts Crime-Control, Citizenship and Social Sorting”, http://policing.oxfordjournals.org/content/1/1/111.full.pdf+html, geraadpleegd 4-11-2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten