Het vierde gastcollege stond in het teken van Politiek en Nieuw Media en was gericht op de participatie. Jeroen Steeman was de spreker van dit college. Hij is werkzaam voor Groen Links als communicatief medewerker op het internet. “Communication, Power and Counter-power in het Network Society” van Manuel Castells was voor deze week de verplichte literatuur.
Voor de komst van het internet was er een top-down relatie tussen politici, journalisten en publiek. Er was dus weinig tot geen interactie tussen politici en burgers. De interactie die plaats vond bestond vooral tussen de politici en journalisten. Dus hoewel politici ‘sprekers voor het volk’ zijn, was er weinig tot geen directe interactie tussen beide. Door de komst van het internet is deze relatie veranderd. Volgens Steeman is er een wisselwerking tot stand gekomen tussen politici, journalisten en burgers zelf. Politici zijn zoals burgers online actief waardoor er plaats is voor een debat. Burgers kunnen dus via het internet participeren in een publiek debat met politici zelf.
Castells stelt dat uit onderzoek is gebleken dat de media de sociale plaats is geworden waar macht wordt beslist.1 Er blijkt een directe link te zijn tussen onder andere politiek en media politiek. En dat de ontwikkeling van interactieve communicatie heeft gezorgd voor een nieuwe vorm van communicatie. Deze nieuwe vorm noemen we ook wel ‘mass self-communication’ die op internet wordt uitgeoefend. Steeman en Castells zijn het dus met elkaar eens dat er een nieuwe vorm van communicatie is ontstaan en dat dit invloed heeft op de politiek.
Ook zegt Castells dat elk soort medium zijn eigen taal heeft waarin boodschappen worden gecodeerd, anders komt de boodschap niet over.
Om te zorgen dat je boodschap als politieke partij goed overkomt is het noodzakelijk dat je de karakters van je partij goed naar buiten brengt. Dit komt omdat normen en waarden zijn versmolten met de politici, en politici zijn de gezichten van een politieke partij (241-242). Steeman gaf hierbij het voorbeeld van George Allen, kandidaat lijsttrekker van de V.S. Deze man was erg populair, maar tijdens een toespraak vergeleek hij een spion van zijn tegenstander met een ‘makaka’. Dit is een scheldwoord in Amerika en na deze uitspraak die wijdverspreid werd op het internet daalde zijn populariteit aanzienlijk. Hier zien we dus de macht die de media hebben, of beter gezegd de macht van de content die op het medium kan worden geplaatst. Internet zorgt bij dit soort fenomenen voor een snelle verspreiding van de content en schaadt daarbij de reputatie van de gene die de uitspraak doet.
Het lijkt er hier op dat de media er juist voor zorgen dat politici en burgers verder van elkaar af gaan staan omdat de politiek meer transparant is geworden dan ooit door de nieuwe vormen van media. Maar zoals ik eerder al aangaf zorgt de nieuwe vorm van media de ‘mass self-communication’ juist voor meer participatie onder de burgers volgens Steeman en Castell. Politici hebben zelf ook social networking sites en twitteren ook. Politici proberen dus dichter bij het publiek te komen en ze meer te betrekken in de politiek.
Maar in hoeverre dit ook echt bereikt wordt is nog maar de vraag. Om twitter even als voorbeeld te nemen: er bleken tijdens de verkiezingen 5.000 tweets per uur verstuurd te worden( tussen politici en burgers en burgers onder elaar).2 Hieruit zou je kunnen afleiden dat er een relatie is tussen de populariteit van dit medium en het stemgedrag. Uit onderzoek dat is verricht in mei dit jaar bleek echter dat er een groot verschil is tussen het gebruik van twitter bij de politieke partijen.3 Daarbij had de sociaalste twitteraar Thieme juist een van de minste stemmen tijdens de verkiezingen. Daarnaast blijkt uit onderzoek dat slechts 4% van de Nederlanders wel eens een politieke tweet bekijkt.4
Steeman had het dus over de nieuwe relatie tussen politici en burgers die is veranderd van een top-down relatie naar een wisselwerking waarbij hij ook heel enthousiast was over het medium twitter. Als we echter naar de bovenstaande cijfers kijken zien we dat de relatie tussen het twitter gedrag van de politici en de populariteit ver te zoeken is. Geert Wilders staat bijvoorbeeld op plaats 7 van de 11 en kreeg tijdens de verkiezingen juist een van de meeste stemmen.
Afsluitend is er door de komst van nieuwe media een nieuwe relatie ontstaan tussen politici en burgers. Deze zouden dichter bij elkaar komen en er zou meer interactie zijn tussen beide waarbij ‘mass self-communication’ een grote rol speelt. Maar zoals uit bovenstaande cijfers naar voren komt is er geen relatie tussen de participatie van de politici op twitter en de populariteit/ het stemgedrag van de kiezer. Ook blijkt dat slechts 4% van de Nederlanders wel eens een politieke tweet bekijkt. Die 5.000 tweets per uur tijdens de verkiezingen zijn dus maar door een hele kleine groep mensen verspreid.
1 M.Castells, “Communication, Power and Counter-power in het Network Society”, International Journal of Communication 1 (2007): 238-266, http://ijoc.org/ojs/index.php/ijoc/article/view/46/35, geraadpleegd 26-10-2010
2 B. Kok, “5.000 tweets per uur over verkiezingen” 03-03-2010, http://twittermania.nl/2010/03/5000-tweets-uur-verkiezingen/, geraadpleegd 26-10-2010
3 J. Wollaars, “Thieme actiefste en sociaalste twitteraar”, 30-05-2010 http://nos.nl/artikel/160822-thieme-actiefste-en-sociaalste-twitteraar.html, geraadpleegd 26-10-2010
4 Anoniem, “ Geen interesse in politieke tweets”, 4-06-2010, http://www.nieuwso.nl/lees-Geen-interesse-in-politieke-tweets-487162.html, geraadpleegd 26-10-2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten