vrijdag 5 november 2010

Feedback van Ludwine

Feedback medestudenten: Saskia de Jong & Nina Kalker

Saskia de Jong (voornaam o.b.v. webCT-mail)

Beste De Jong,

bij deze mijn feedback op je blog. Wat me het eerste opviel is misschien niet het belangrijkst, maar mijn commentaar is het letten op details: ik kan nergens je voornaam vinden, en met betrekking tot je stuk zelf mis ik een (duidelijke) alinea-indeling. Het zou fijner lezen als je analyse niet één grote lap tekst was. Ik denk ook dat een duidelijk alinea-indeling de opbouw van je analyse beter naar voren doet komen.

Een positief punt waren de bronnen; hier had je duidelijk meer uit gehaald dan in bv. de studiehandleiding aangeboden werd. Dit geeft je stuk meer diepte en een beter onderbouwde context.

Verder start je je analyse met uitleg over de spelers, wie wat doet en wat er besproken wordt. Deze introductie maakt het makkelijk de rest van je analyse te begrijpen, dus dat is ook een pluspunt.

Wat ik soms nog mis is een academische schrijfstijl. Het is goed dat je je eigen mening naar voren laat komen, maar sommige zinnen doen wat te simpel aan. Bijvoorbeeld; "Maar wat heeft de leraar hier voor inbreng?" of "We zien al heel veel pesterijen via games en netwerken, en juist als je achter een computer zit is het makkelijker voor sommige mensen om anderen aan te spreken en te pesten dan in ‘real life’.".

Deze laatste zin is ook een voorbeeld van mijn laatste commentaar, namelijk dat je soms aannames of stelling inbrengt, die verder niet worden onderbouwd. Bij bijvoorbeeld "we zien al heel veel pesterijen", komt bij de lezer direct de vraag op "volgens wie dan?" Dit soort vragen moet je zelf kunnen herkennen wanneer je je stuk naleest en vervolgens moet je hierop in spelen door deze stellingen te onderbouwen, of weg te laten.

Verder heb je wel een goede poging gedaan om de literatuur en het hoorcollege op elkaar te betrekken, en heb je hierbij extra bronnen gezocht.

Groeten,

Ludwine Dekker

donderdag 4 november 2010

Artikelen

Week 1/2:
Bron: http://www.trouw.nl/action?action=authenticate&autoInlog=true&noFormPost=true&failedUri=/gatekeeper/public/firstStopWithPreview.jsp
Leidse school bedreigd op YouTube

den haag – Twee docenten en twee leerlingen van het Bonaventura College in Leiden hebben aangifte gedaan van bedreiging. Op internet circuleerden tot enkele dagen terug twee filmpjes waarin zij, andere scholieren en medewerkers van de school, zwaar worden beledigd.
De video’s verschenen begin deze maand op YouTube. Daarop waren foto’s te zien van ongeveer dertig mensen van het Bonaventura College. De foto’s werden volgens de politie Holland Midden begeleid door rapmuziek en ’bedreigende en racistische teksten’.
Alle scholieren die in de filmpjes voorkomen gaan voor het onderzoek naar één locatie, om de afhandeling te vergemakkelijken. Het gerucht gaat dat de filmpjes een wraakactie zijn van een gepeste leerling.

In dit bericht komt duidelijk de kracht van de nieuwe media naar boven. Een paar jaar geleden had een actie als deze nooit plaats kunnen vinden. Ik vind het dan ook ‘eng’ dat zoiets kan gebeuren, vooral omdat het zo openbaar is en er veel mensen tegelijk mee kunnen worden bereikt. Er kunnen zomaar foto’s van mensen worden geplaatst en in een bepaalde context worden gezet die zorgen voor beledigingen en bedreigingen.

Week 2/3:
Bron: http://www.ad.nl/ad/nl/1005/Digitaal/article/detail/514585/2010/09/24/Nederlanders-bellen-vaker-via-internet.dhtml
Nederlanders bellen vaker via internet
HOUTEN - Steeds meer Nederlanders bellen met hun vaste telefoon via internet. Het aantal zogenoemde VoIP-aansluitingen is in het tweede kwartaal van dit jaar toegenomen met 2,3 procent tot 3,77 miljoen, ten opzichte van het eerse kwartaal. Dat meldde onderzoeksbureau Telecompaper vrijdag.
De kabelbedrijven zagen het aantal abonnementen op VoIP in het tweede kwartaal met 3,9 procent groeien, terwijl DSL een daling liet zien van 0,1 procent. Voor het eerst sinds het vierde kwartaal van 2007 heeft kabel meer abonnees voor digitale telefonie dan DSL.

''Telecombedrijven bieden steeds vaker pakketten aan die bestaan uit televisie, internet en bellen'', zei analist Ed Achterberg van Telecompaper. ''Voor de consument is het makkelijker en goedkoper om zo'n pakket te nemen. Daardoor neemt het aantal abonnementen op VoIP toe.'' (ANP)

In dit artikel komt goed naar voren hoe de komst van nieuwe media, ook oude media worden vernieuwt. Telefoneren gaat niet meer perse met een vaste lijn, maar kan ook over het internet. Doordat er steeds betere verbindingen zijn en deze tegen een lage(re) prijs kunnen worden aangeboden is het logisch dat mensen overstappen naar digitale telefonie. We kunnen hier spreken van een soort technologisch determinisme, de telefoon wordt op een nieuwe manier aangeboden en gebruikt.

Week 3/4:
Bron: http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2694/Internet-Media/article/detail/1025329/2010/09/30/Nederland-bij-koplopers-in-Europa-met-Twitter-en-andere-sociale-media.dhtml

Nederland bij koplopers in Europa met Twitter en andere sociale media
Mark van der Meulen − 30/09/10, 21:52
Nederlanders twitteren relatief graag. Op de Italianen na zijn Nederlanders de grootste gebruikers van sociale media in Europa. Dit blijkt uit een rapport van het Amerikaanse onderzoeksinstituut Forrester.
Van de Nederlandse internetgebruikers maakt 79 procent gebruik van sociale media. De helft, 40 procent, brengt wekelijks enige tijd door op een sociaal netwerk, zoals Hyves, Facebook of Twitter.
In Italië is het gebruik de afgelopen jaren enorm gegroeid. 83 procent van de Italianen gebruikt sociale media. Tegenwoordig is bijna de helft van de Italianen lid van een socialenetwerksite. In 2008 was dit nog maar 11 procent.
Volgens Forrester is Twitter minder populair dan algemeen wordt gedacht. Van alle internetgebruikers in Nederland plaatst maar 4 procent elke week een berichtje op Twitter. Daarmee is Nederland wel aanvoerder: het Europese gemiddelde is maar 2 procent.
Zweden heeft het afgelopen jaar een inhaalslag gemaakt. Het aantal gebruikers dat lid is van een sociaal netwerk steeg van 38 procent in 2009 naar 58 procent in 2010. Deze groei komt vooral doordat Facebook een Zweedstalige versie heeft gelanceerd.
In Nederland is Hyves nog altijd populairder dan Facebook. Forrester telde hier vijf keer zo veel gebruikers van Hyves als van de Amerikaanse site. Wel wint Facebook steeds meer terrein.
De Nederlandse internetgebruiker blijft achter bij de rest van Europa als het gaat om het gebruik van internet voor het uiten van kritiek. Zij twitteren veel en kijken ook graag naar wat anderen schrijven op internet, maar er commentaar op leveren lijkt minder aan ze besteed.

Het leuke van dit artikel is dat uit onderzoek is gebleken dat Nederland na Italië de grootste gebruiker is van Twitter. Maar dat de manier van gebruik heel anders is dan in andere Europese landen. Er wordt namelijk geclaimd dat Nederlanders Twitter niet zien als een platform om kritiek te geven, terwijl elders in Europa dit juist heel vaak gebeurd. Blijkbaar gebruiken wij dit medium in Europa heel anders en ligt de participatie veel hoger ( gemiddeld de helft meer) bij ons. Daarbij vraag ik me af of de manier van gebruik van het platform met de mate van participatie te maken heeft.

Week 4/5:
Bron: http://www.trouw.nl/action?action=authenticate&autoInlog=true&noFormPost=true&failedUri=/gatekeeper/public/firstStopWithPreview.jsp
Campagne op Hyves levert 20.000 nieuwe orgaandonors op
amsterdam – Dankzij een campagne op de sociale netwerksite Hyves hebben binnen een maand 25.000 mensen laten registreren wat er na hun dood met hun organen moet gebeuren. Zo’n 20.000 personen kozen ervoor om donor te worden, bevestigt de Nederlandse Transplantatie Stichting (NTS), een van de organisaties achter de campagne.
Een woordvoerster van NTS spreekt van een ’mooi resultaat’, vooral omdat de Hyvers hun keuze ook vaak van ’nee’ in ’ja’ hebben veranderd. Ze zegt dat de Grote Donorshow van BNN een paar jaar geleden 7000 orgaandonoren opleverde. Vorig jaar lieten 190.000 mensen aan het donorregister weten wat er na hun overlijden met hun organen moet gebeuren.
Op 12 april begon Hyves met een campagne om orgaandonatie onder de aandacht te brengen. Bezoekers van de site kunnen op hun persoonlijke profiel laten zien dat ze zich als donor hebben geregistreerd.

Hieruit blijkt de immense populariteit van Hyves en de invloed die het heeft op de gebruikers. Blijkbaar heeft een platform als Hyves een dusdanige invloed op de gebruikers dat belangrijke beslissingen als het worden van orgaandonor op deze site worden gemaakt. Dit is natuurlijk een geweldige ontwikkeling omdat je op deze manier toch de jongere doelgroep bewust maakt van de noodzaak van het doneren van je organen na je dood. Het is dus niet zomaar een SNS, het is ook een doelgroep die op deze manier makkelijk kan worden bereikt.

Week 5/6:
Bron:
http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2694/Internet-Media/article/detail/1043945/2010/11/01/BN-ers-worden-online-massaal-herdacht.dhtml
BN'ers worden online massaal herdacht
Door Sara Berkeljon en Paul Onkenhout − 01/11/10, 21:06

Harry Mulisch. © ap
AMSTERDAM - Van een storm en overbelaste servers, zoals na de dood van bijvoorbeeld Theo van Gogh of André Hazes, is nog geen sprake, maar ook Harry Mulisch wordt massaal vaarwel gezegd. Op condoleance.nl en concurrent condoleanceregister.com stromen de reacties binnen.
Anderhalve dag nadat zijn overlijden bekend werd gemaakt, staat de schrijver al in de topvijf van 'grootste registers' van 2010. Postuum zit Mulisch RTL-journalist Conny Mus (2.071 condoleances) op de hielen.
Voor Peter van Schaik, eigenaar van uitvaart.com en exploitant van onder meer condoleance.nl, is het geen verrassing. Om de populariteit van overledenen te meten, zijn volgens hem inmiddels voldoende statistische gegevens beschikbaar.

BN'ers scoren altijd hoog. Een sterfgeval op jonge leeftijd werkt als een katalysator, vooral als de dood onverwacht is. 'Na een schrikreactie moeten mensen hun emoties kwijt.'

Openhartig
De soms verbijsterend openhartige reacties verbazen Van Schaik al lang niet meer. 'Wat vroeger het praatje bij de bakker of met de buurvrouw was, zijn nu deze reacties. Het is van alle tijden. Toen Willem Ruis overleed, sprak ook iedereen erover. Alleen sloegen die reacties nergens in de media neer.'

Iedereen kan een register openen voor een overledene. 'Wij faciliteren, maar we initiëren niet. Een kleine groep mensen reageert onmiddellijk na de dood van een BN'er. Ook dat is eigenlijk niet nieuw. Het aanzeggen van de dood is ook een eeuwenoud gebruik, helemaal als het om beroemde mensen gaat. BN'ers zijn nu eenmaal voor een deel publiek bezit.'

Toeval
Condoleance.nl ontstond bij toeval. 'Op uitvaart.nl hadden we een gastenboek dat na sommige sterfgevallen snel volliep. Het paste in het verlengde van de site. In het begin stelde ik nog morele vragen, of het eigenlijk wel kon, maar niet meer toen ik merkte hoe groot de behoefte is.'

Géén advertenties in de registers, is een regel. Ze noemen zichzelf ook niet de officiële condoleance-site, zoals condoleanceregister.com. 'Dat kan echt niet. Dan concurreer je met nabestaanden die zelf een site openen.'

Troost
Een hardnekkig misverstand is volgens Van Schaik dat mensen vooral reageren om de nabestaanden troost te bieden. Dat zou ook bijzonder raar zijn, in sommige gevallen. Ook voor buitenlanders, zoals recent de Amerikaanse acteur Tom Bosley (bekend van de tv-serie Happy Days), is een register geopend.

'Als Antonie Kamerling plotseling overlijdt, zitten mensen daar mee. Niet iedereen schrijft iets om de nabestaanden te controleren. Ze schrijven het voor zichzelf, en voor elkaar.'

Aan sommige registers heeft Van Schaik zijn handen vol. 'Want alles wordt handmatig gecontroleerd.' Na de dood van bijvoorbeeld Theo van Gogh moesten honderden reacties worden verwijderd omdat ze kwetsend en/of racistisch waren. Het register van Wim Duisenberg werd gesloten vanwege de vele beledigingen aan het adres van diens vrouw Gretta.

Vuiligheid
'Maar soms is de saamhorigheid juist erg groot. Na de dood van David di Tommaso viel er bijvoorbeeld geen onvertogen woord, ook niet van Ajax- of Feyenoordsupporters. Terwijl ik bang was dat ik dag en nacht bezig zou zijn om de vuiligheid eruit te halen.' Wel veel werk leverde het register voor de vader van Joran van der Sloot op. 'Mensen denken dat het een eerbetoon is, en besluiten dan om stevig tekeer te gaan. Ze vergeten dat zo'n register er ook is voor de mensen die lid waren van dezelfde tennisclub.'

Uit dit bericht blijkt dat er voor veel mensen behoefte is voor het tonen van medeleven voor de familie/vrienden van de overledenen. Ook schrijven ze berichten voor zichzelf en voor elkaar, het is een manier om je te uiten. Maar aan de andere kant blijken er ook heel veel mensen te zijn die sites als deze zien als een kans om mensen te beledigen. De meeste mensen gaan normaal om met dit soort sites, maar er blijken altijd mensen te zijn die de boel zitten te verstieren. Het internet zorgt dus voor een nieuwe vorm van medeleven/uitingen op een positieve manier, maar kan niet voorkomen dat er ook negatieve berichten naar buiten komen.

Week 6/7:
Bron:
Met de link naar de site met de tweets: http://twitter.com/search?q=gvanderwiel

Van der Wiel en supporters Ajax ruziën op Twitter verder
AUXERRE - Luis Suárez en Gregory van der Wiel hebben het na de verloren wedstrijd tegen Auxerre (2-1) aan de stok gekregen met de meegereisde Amsterdamse supporters. De Uruguayaanse aanvoerder kwam na zijn douche terug, ging de dialoog aan en bood zijn excuses aan. Van der Wiel bleef in de catacomben achter.
Suárez slenterde na het laatste fluitsignaal naar het uitvak met ruim 1100 supporters van Ajax. Daar kreeg de aanvaller niet de reactie die hij verwachtte en dus liep hij geagiteerd weg. Van der Wiel gebaarde met zijn handen 'praten jullie maar' en kreeg de hoon van de fans over zich heen.

Op aandringen van financieel directeur Jeroen Slop keerde Suárez terug naar het uitvak. De topscorer van afgelopen seizoen ging daarbij nog even een gesprek aan met de aanhang.

,,Dat Suárez dat deed was groots en werd door de supporters gewaardeerd", vertelt Slop vandaag in De Telegraaf. ,,Hij ging alsnog met applaus weg." 

Van der Wiel liet zich niet meer zien, tot ongenoegen van veel fans. De Amsterdammer wordt op internet zwaar bekritiseerd. ,,Werken voor je geld" en ,,Wij betalen jóuw salaris!" zijn veel gehoorde kreten.

Vanmiddag twitterde de international van het Nederlands elftal: ,,If u GIVE respect, u will GET respect.. remember that! thats how i live!"

Na een twitterbericht van 'SQDR410' (,,Wij zijn Ajax, niet jij!") reageerde Van der Wiel cynisch: ,,Succes zondag dan."

In dit bericht komt duidelijk naar voren hoe de kloof tussen supporter en speler qua contact kleiner wordt. Iedereen kan een berichtje achter laten met zijn ongezoute mening en hier wordt weer door anderen op gereageerd. Het gaat mij dan ook niet zozeer om dit artikel, maar om de link die wordt gegeven naar de site met de Tweets. Er is heel veel commotie ontstaan na de wedstrijd van gisteravond en hier wordt online (via Twitter) op doorgegaan. Zo zie je maar dat nieuwe media zowel positief als negatief kan zijn. Van der Wiel krijgt veel negatieve tweets gestuurd, maar er zijn ook fans die het voor hem opnemen en natuurlijk is hij in staat om zijn eigen visie weer te geven. 

Reflectie debat Politiek en Nieuwe Media: Privacy en surveillance

Het debat van deze week kende maar drie deelnemers. Bram was voorzitter, Marieke was tegen de stelling en Marissa was voor de stelling.

De stelling luidde: 'Het centraliseren van de gegevens van ieder individueel kind moet verboden worden'.

Anders dan bij de andere debatten was dit een duidelijke stelling en zagen we hier ook geen problemen mee in het debat zelf. Dit is erg fijn want de twee participanten hadden precies dezelfde visie over de betekenis van de stelling.

Marissa begon het debat en had onder andere de volgende argumenten:
- Het gaat over een beter beeld krijgen van een kind, maar dit gebeurd al. Er is geen markt voor het centraliseren van gegevens.
- Privacy van het dossier kan niet worden gegarandeerd.
- Veel gegevens uit dit dossier zijn overbodig, er staan allerlei gegevens in opgeslagen die men helemaal niet nodig heeft.

Marieke beargumenteerde onder andere dat:
- Een centraal informatiepunt veel voordelen heeft. ( 1. een kind kan niet zomaar verdwijnen uit het systeem, 2. er kan een link gelegd worden tussen het gedrag van ouders en het kind, 3. er zal een beter communicatie zijn tussen instanties)
- Het op een uniforme wijze wordt opgeslagen
- Er zorgvuldiger omgegaan wordt met de gegevens
- We moeten bijblijven bij de EU, door de invoering van dit systeem zal dat lukken.

Hierna gingen ze over tot een open debat en het publiek werd ook volledig in het debat opgenomen. Je moest zelf een standpunt innemen en kon je mening hier over uitten. Het werd hierdoor een levendig debat. Dit was een goede keuze omdat het hele debat anders twee tegen twee bleef en dat wordt al snel een ja/nee spel, maar op deze manier werkte het heel goed.

Beide debattanten hadden goede argumenten en er werden ook bronnen gebruikt/ uit eigen ervaring gesproken. Soms werden er ook claims gemaakt waarbij ik de warrant miste, bijvoorbeeld bij het argument van Marissa dat de informatie onoverzichtelijker wordt. Het lijkt mij juist dat als alle informatie op een plek staat er een beter overzicht is. Dit argument werd ook maar een keer genoemd. Maar over het algemeen werden de claims wel ondersteunt door bronnen. De warrants en qualifications waren niet heel duidelijk aanwezig, volgens mij bleven de argumenten meer bij de stelling zelf en werden er geen algemene principes genoemd of werden de claims genuanceerd. Verder was de voorzitter heel erg duidelijk en greep goed in waardoor het debat vlot en soepel verliep.
De winnaar van dit debat is voor mij Marieke omdat ze volgens mij de moeilijkste kant van de stelling moest verdedigen, en dit heeft ze prima gedaan. Het is altijd lastig om voor een verandering te zijn omdat de gevolgen hiervan maar in kleine mate, of helemaal niet, bekend zijn.

Gastcollege 5: Politiek en Nieuwe media: Privacy en surveillance

Voor het laatste gastcollege was Stephan Okhuijsen de spreker waarbij het ging om privacy en surveillance. Okhuijsen is werkzaam bij Bits of Freedom, dat op omt voor je vrijheid en privacy op internet. Daarbij moesten we de tekst “ National ID-carts Crime-Control, Citizenship and Social Sorting” van David Lyon lezen.
Stephan Okhuijsen vertelde over al de gegevens die de staat van jou traceert en opslaat. Door de komst van internet geven veel mensen heel veel privé informatie weg zonder te weten wat hier mee kan gebeuren. Er wordt vaak aangenomen dat de privacy van deze gegevens wordt gewaarborgd en niet wordt verspreid aan derden. Maar niet alleen de informatie die je ‘bewust’ achterlaat wordt opgeslagen, alles wat je doet wordt geregistreerd. Welke sites je bezoekt, wat je besteld, wat je reisgedrag is et cetera.Voordat ik verder ga zal ik het woord ‘privacy’ toelichten omdat het een prominente rol speelt in deze reflectie. Volgens van Dale is privacy ‘de mogelijkheid om in eigen omgeving helemaal zichzelf te zijn’1.
In de tekst van Lyon die vooral gaat over de nationale ID kaarten, komt naar voren dat de ID kaart een van de grootste ontwikkelingen is van de informatie systemen voor overheden wereldwijd. Ze zijn mede ontwikkeld voor het bestrijden van terrorisme. De ID kaart is afhankelijk van elektronische infrastructuren en vooral van het nationale register met de informatie.2 Bij het verzamelen van informatie voor de database is niet alleen de overheid betrokken, ook andere bedrijven zijn betrokken in de productie van deze ID kaarten. Daarnaast zijn de elektrische infrastructuren niet alleen bruikbaar binnen een land, maar zoeken ze ook naar een manier waardoor het internationaal gebruikt kan worden. Je gegevens zijn dus niet alleen binnen het land waar je woont beschikbaar maar ver daar buiten. Ook zijn ze op zoek naar informatie over lichamelijke kenmerken die worden toegevoegd aan je database. Hierbij zijn ook heel veel gegevens geregistreerd die eigenlijk helemaal niet van belang lijken te zijn voor het maken van een profiel.
Naast de veiligheid van dit systeem is ook de rol van de burger een discutabel punt. De burger heeft namelijk geen enkele invloed op zijn of haar dossier, maar is wel de eigenaar van het dossier. Daarbij kan het dossier niet eens ingekeken worden door de burger zelf, terwijl alle informatie die erin staat over hem of haar gaat.
Wat het elektronisch dossier onder andere doet is het vormen en opsporen van vaste patronen. Wat er hierdoor gebeurd is dat het systeem bijvoorbeeld een profiel van een probleemjongere heeft. Er is dus een persoon met bepaalde kenmerken die wordt bestempeld als probleemjongere. Hierna gaat het systeem op zoek naar andere profielen (dus informatie van andere burgers) die overeenkomsten heeft met dat ene profiel. Wat er dus gebeurd is dat er parallellen worden gezocht tussen verschillende profielen op basis van de verzamelde informatie. Iemand die veel overeenkomsten heeft met het profiel van de probleemjongere staat dus gelijk ‘op scherp’. Je wordt in de gaten gehouden door de overheid, terwijl je misschien nog nooit met justitie in aanraking bent geweest.
Als we nu teruggrijpen op de definitie van privacy, ‘de mogelijkheid om in eigen omgeving helemaal zichzelf te zijn’, zien we dat die privacy eigenlijk helemaal niet zo groot is als we vaak denken. Wanneer we weten dat we in de gaten gehouden worden en alles wordt opgeslagen wat we doen is het moeilijk om helemaal jezelf te zijn. Er hangen nu namelijk consequenties aan het gedrag.
Ook is er natuurlijk altijd de mogelijkheid tot uitlekken van deze persoonlijke informatie mogelijk waardoor iedereen de door de overheid verzamelde informatie potentieel kan lezen. Met oog op de privacy van burgers is dit systeem dus ook niet waterdicht.
Dus hoewel terrorisme een van de drijfveren was voor de ontwikkeling van dit systeem, is het nog helemaal niet duidelijk op welke manier deze kan bijdragen aan de veiligheid. Wat we wel weten is dat alles digitaal is opgeslagen en dat bij een lek in het systeem de persoonlijke informatie gewoon op straat ligt. Lyon schrijft dat het ID kaarten systeem wordt ontwikkeld terwijl de capaciteiten van de databases nog niet democratisch zijn. Daarnaast is het nog maar de vraag of het herkennen van patronen in profielen van mensen bijdraagt aan het opsporen van bijvoorbeeld misdadigers. Ook de rol van privacy is discutabel. We moeten dus veel inleveren voor dit systeem, of het vrijgeven van zoveel persoonlijke informatie het uiteindelijk waard is moet nog blijken in de toekomst.


1 ‘Van Dale’ http://www.vandale.nl/vandale/zoekService.do?selectedDictionary=nn&selectedDictionaryName=Nederlands&searchQuery=privacy, geraadpleegd 4-11-2010
2 D. Lyon, “ National ID-carts Crime-Control, Citizenship and Social Sorting”, http://policing.oxfordjournals.org/content/1/1/111.full.pdf+html, geraadpleegd 4-11-2010

Reflectie debat Politiek en Nieuwe Media

Deze week was het de beurt aan Wendy (voorzitter), Raëma& Rik (voorstanders) en Nina& Maarten (tegenstanders).
De stelling van deze week was: 'De mogelijkheden van Social Media hebben geleid tot een rationeel debat tussen burger & politiek'.

De voorstanders begonnen met het uiteenzetten van hun argumenten. Argumenten die hier aan bod kwamen waren onder andere:
- Steeds meer mensen hebben toegang tot het internet, de drempel is dus verlaagd
- Politiek heeft een grote stap genomen om op internet een platform te starten
- SNS stellen mensen in staat om hun eigen mening te uiten
- Door anonimiteit wordt men niet beoordeeld op hun achtergrond.

De tegenpartij stelde de volgende argumenten aan de orde tijdens hun openingspraatje:
- Burgers hebben geen behoefte aan politiek op SNS volgens onderzoek
- Op internet is er weinig respect onderling (veel scheldpartijen etc.)
- Op bijvoorbeeld Twitter zijn er weinig politieke reacties, waardoor geen echt debat ontstaat
- Er wordt te weinig gereageerd op elkaar waardoor er geen rationeel debat ontstaat.

Hierna werd het een open debat en later kon ook het publiek zijn stem laten horen.

Als we allereerst naar de claims kijken die hier worden gemaakt blijkt dat de tegenpartij de meeste warrants had. Ze kwamen met de meeste onderzoeken en hierdoor kwamen hun argumenten betrouwbaarder over. Ze presenteerden bijvoorbeeld cijfers over de interesse in politieke tweets, slechts 4% blijkt hierin geïnteresseerd te zijn.
De voorstanders hadden het wel over bepaalde ontwikkelingen zoals de toename van toegang tot internet, maar kwamen hierbij niet met concrete cijfers. Ook wisten ze niets te vertellen over de percentages van actieve deelname onder verschillende leeftijden op het internet. Ze claimden dus heel veel maar kwamen niet met bewijzen aan.

Wel moet gezegd worden dat zowel de voorstanders als de tegenstanders een beetje van de stelling afdwaalden. Het ging na een tijdje vooral om wat nou precies een debat is en wanneer er sprake is van genoeg participatie om een rationeel debat te kunnen voeren.

Voor mij had deze week dus de tegenpartij gewonnen omdat deze de meeste bronnen had en ook het meest helder spraken. De voorstanders leken een beetje in de war en kwamen niet heel duidelijk en geloofwaardig over. Het leek er niet op dat ze heel zenuwachtig waren, ze waren juist heel rustig, maar op de een of andere manier kwam het er gewoon niet lekker uit.

Gastcollege 4: Politiek en Nieuwe media: Participatie

Het vierde gastcollege stond in het teken van Politiek en Nieuw Media en was gericht op de participatie. Jeroen Steeman was de spreker van dit college. Hij is werkzaam voor Groen Links als communicatief medewerker op het internet. “Communication, Power and Counter-power in het Network Society” van Manuel Castells was voor deze week de verplichte literatuur.
Voor de komst van het internet was er een top-down relatie tussen politici, journalisten en publiek. Er was dus weinig tot geen interactie tussen politici en burgers. De interactie die plaats vond bestond vooral tussen de politici en journalisten. Dus hoewel politici ‘sprekers voor het volk’ zijn, was er weinig tot geen directe interactie tussen beide. Door de komst van het internet is deze relatie veranderd. Volgens Steeman is er een wisselwerking tot stand gekomen tussen politici, journalisten en burgers zelf. Politici zijn zoals burgers online actief waardoor er plaats is voor een debat. Burgers kunnen dus via het internet participeren in een publiek debat met politici zelf.
Castells stelt dat uit onderzoek is gebleken dat de media de sociale plaats is geworden waar macht wordt beslist.1 Er blijkt een directe link te zijn tussen onder andere politiek en media politiek. En dat de ontwikkeling van interactieve communicatie heeft gezorgd voor een nieuwe vorm van communicatie. Deze nieuwe vorm noemen we ook wel ‘mass self-communication’ die op internet wordt uitgeoefend. Steeman en Castells zijn het dus met elkaar eens dat er een nieuwe vorm van communicatie is ontstaan en dat dit invloed heeft op de politiek.
Ook zegt Castells dat elk soort medium zijn eigen taal heeft waarin boodschappen worden gecodeerd, anders komt de boodschap niet over.
Om te zorgen dat je boodschap als politieke partij goed overkomt is het noodzakelijk dat je de karakters van je partij goed naar buiten brengt. Dit komt omdat normen en waarden zijn versmolten met de politici, en politici zijn de gezichten van een politieke partij (241-242). Steeman gaf hierbij het voorbeeld van George Allen, kandidaat lijsttrekker van de V.S. Deze man was erg populair, maar tijdens een toespraak vergeleek hij een spion van zijn tegenstander met een ‘makaka’. Dit is een scheldwoord in Amerika en na deze uitspraak die wijdverspreid werd op het internet daalde zijn populariteit aanzienlijk. Hier zien we dus de macht die de media hebben, of beter gezegd de macht van de content die op het medium kan worden geplaatst. Internet zorgt bij dit soort fenomenen voor een snelle verspreiding van de content en schaadt daarbij de reputatie van de gene die de uitspraak doet.
Het lijkt er hier op dat de media er juist voor zorgen dat politici en burgers verder van elkaar af gaan staan omdat de politiek meer transparant is geworden dan ooit door de nieuwe vormen van media. Maar zoals ik eerder al aangaf zorgt de nieuwe vorm van media de ‘mass self-communication’ juist voor meer participatie onder de burgers volgens Steeman en Castell. Politici hebben zelf ook social networking sites en twitteren ook. Politici proberen dus dichter bij het publiek te komen en ze meer te betrekken in de politiek.
Maar in hoeverre dit ook echt bereikt wordt is nog maar de vraag. Om twitter even als voorbeeld te nemen: er bleken tijdens de verkiezingen 5.000 tweets per uur verstuurd te worden( tussen politici en burgers en burgers onder elaar).2 Hieruit zou je kunnen afleiden dat er een relatie is tussen de populariteit van dit medium en het stemgedrag. Uit onderzoek dat is verricht in mei dit jaar bleek echter dat er een groot verschil is tussen het gebruik van twitter bij de politieke partijen.3 Daarbij had de sociaalste twitteraar Thieme juist een van de minste stemmen tijdens de verkiezingen. Daarnaast blijkt uit onderzoek dat slechts 4% van de Nederlanders wel eens een politieke tweet bekijkt.4
Steeman had het dus over de nieuwe relatie tussen politici en burgers die is veranderd van een top-down relatie naar een wisselwerking waarbij hij ook heel enthousiast was over het medium twitter. Als we echter naar de bovenstaande cijfers kijken zien we dat de relatie tussen het twitter gedrag van de politici en de populariteit ver te zoeken is. Geert Wilders staat bijvoorbeeld op plaats 7 van de 11 en kreeg tijdens de verkiezingen juist een van de meeste stemmen.
Afsluitend is er door de komst van nieuwe media een nieuwe relatie ontstaan tussen politici en burgers. Deze zouden dichter bij elkaar komen en er zou meer interactie zijn tussen beide waarbij ‘mass self-communication’ een grote rol speelt. Maar zoals uit bovenstaande cijfers naar voren komt is er geen relatie tussen de participatie van de politici op twitter en de populariteit/ het stemgedrag van de kiezer. Ook blijkt dat slechts 4% van de Nederlanders wel eens een politieke tweet bekijkt. Die 5.000 tweets per uur tijdens de verkiezingen zijn dus maar door een hele kleine groep mensen verspreid.

1 M.Castells, “Communication, Power and Counter-power in het Network Society”, International Journal of Communication 1 (2007): 238-266, http://ijoc.org/ojs/index.php/ijoc/article/view/46/35, geraadpleegd 26-10-2010
2 B. Kok, “5.000 tweets per uur over verkiezingen” 03-03-2010, http://twittermania.nl/2010/03/5000-tweets-uur-verkiezingen/, geraadpleegd 26-10-2010
3 J. Wollaars, “Thieme actiefste en sociaalste twitteraar”, 30-05-2010 http://nos.nl/artikel/160822-thieme-actiefste-en-sociaalste-twitteraar.html, geraadpleegd 26-10-2010
4 Anoniem, “ Geen interesse in politieke tweets”, 4-06-2010, http://www.nieuwso.nl/lees-Geen-interesse-in-politieke-tweets-487162.html, geraadpleegd 26-10-2010

woensdag 27 oktober 2010

Feedback op de blog Mariana

Je blog ziet er prima uit! Mooi taalgebruik ( je probeert volgens mij het herhalen van woorden als maar etc te vermijden waardoor het een levendig verhaal wordt). Daarbij zijn de kopjes van de berichten ook duidelijk, en is je spelling ook goed. Wel zou ik bij sommige stukjes een introductie geven. Bij het stuk over nieuwe technologie en het onderwijs begin je met een voorbeeld, maar misschien is het duidelijker om eerst even te zeggen wie er kwam spreken en waar het over ging. Daarnaast vind ik het voorbeeld wel heel erg leuk omdat je zo de praktijk er bij betrekt. Ook is het heel goed dat je zelf allerlei bronnen opzoekt bij de hoorcolleges/artikelen. Ik vind alleen de opdracht over de stelling die we aan het begin van de cursus kregen een beetje mager, maar in de stukken daarna heb je je heel goed ontwikkeld. Succes nog.